Wat houdt jouw functie in en wat doe je zoal op een schooldag?

“Om half 8 begin ik mijn werkdag met het aannemen van ziekmeldingen van collega’s en leerlingen. Om 8 uur ontvang ik leerlingen die zich melden vanwege spijbelen of te laat komen en registreer hen in Magister. Spijbelaars maken een uur lang huiswerk, te laatkomers mogen naar de aula of terug naar huis.
Dan kijk ik naar de reparatielijst en beoordeel wat ik zelf kan uitvoeren en wat ik doorspeel aan de facilitaire dienst.
Tijdens pauzes surveilleer ik in de aula, daarnaast ben ik ook ploegleider bhv; zowel medewerkers als leerlingen die een incident hebben gehad komen bij mij, daarin varieert mijn taak van pleisters plakken tot de ambulance bellen.”

Wat is jouw rol ten opzichte van leerlingen, hoe ondersteun je hen?

“Elke pauze sta ik in de aula. Daardoor ben ik het gezicht van de school, ik heb een prettig contact met de leerlingen, ze kunnen voor allerlei zaken bij mij terecht. Leerlingen komen bij me als er iets is, bijvoorbeeld als ze hun kluispasje zijn vergeten, te laat zijn, of ziek naar huis gaan. Ook bij ruzies ben ik het aanspreekpunt. We maken alles bespreekbaar, tot aan heftige situaties. Ik vind het belangrijk dat leerlingen eerlijk zijn tegen me.”

Met wat voor situaties kom je zoal in aanmerking en hoe ga je daarmee om?

“Ik maak van alles mee. Als een leerling verdrietig is, stap ik erop af en help dan graag. Ik sta voor de leerlingen klaar en vraag wat ik kan betekenen. Als er iets ernstigs is, kijk ik waar we voor de leerling tot een oplossing kunnen komen. Door mijn vroegere werkervaring zie ik veel van wat er gebeurt. Ik zie de stille leerlingen in de aula, telefoons die stiekem worden gepakt, pestgedrag, of ruzies. Pestgedrag pak ik gelijk aan, ik haal de leerlingen uit de groep en ga het gesprek aan of stuur ze naar de afdelingsleider. Alles komt voorbij, van streng zijn tot een grapje maken en leerlingen troosten.”
‍

Hoe werk je samen met collega’s, zoals docenten en mentoren om samen een veilige schoolomgeving te waarborgen?

“Met mentoren heb ik veel contact, met name in de bovenbouw. Docenten surveilleren ook tijdens pauzes en ik werk veel samen om te overleggen over absenties en verzuim, of om ouders te bellen bij afwezigheid. Ik heb regelmatig overleg met de directeur en afdelingsleider van de bovenbouw over calamiteiten. Dat werkt heel plezierig.

Wat vind je het mooiste aan je werk?

“Het mooiste aan mijn werk is de afwisseling. Het werk is zo veelzijdig, elke dag is anders. Het mooiste compliment dat ik kreeg was bij de diploma-uitreiking. De leerlingen kwamen naar me toe en vertelden me dat ze me gaan missen. Daar doe ik het voor.”